Graag informeren wij u enkele malen per jaar kort en op praktische wijze over actuele pensioenontwikkelingen in de wet. Veel leesplezier.


Pensioenregelingen: het blijft aanpassen!
Met ingang van 1 januari 2014 is de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) ingevoerd. Deze wet bepaalt dat een pensioenregeling fiscaal gefaciliteerd blijft indien de pensioenopbouw op pensioeningang leeftijd 67 (in plaats van 65) wordt geënt. Deze fiscale faciliteit wordt ook wel de ‘omkeerregel’ genoemd. Maar wat is nog meer van belang in of naar aanleiding van deze nieuwe wet?

‘Fiscaal gefaciliteerd’ betekent eenvoudig gezegd: de aanspraak op pensioen blijft onbelast en het pensioen zal pas bij uitkering worden belast. Op grond van de Wet VAP wordt in wezen de duur van de pensioenopbouw met twee jaar verlengd en gaat de maximum opbouw per jaar iets omlaag. Bij pensioenopbouw, op basis van bijvoorbeeld een middelloon pensioen, gaat de maximale pensioenopbouw wettelijk van 2,25% per jaar naar 2,15% per jaar.

Er verandert echter meer. Met ingang van 1 januari 2015 staat opnieuw een aantal wijzigingen op stapel. De Regering wil de pensioenopbouw maximeren tot een salaris van € 100.000 en voorts de pensioenopbouw per jaar substantieel verlagen. Voor middelloon pensioenen zou dit kunnen neerkomen op een verdere verlaging van genoemde 2,15% naar 1,875% (wettelijke novelle). M.a.w. een daling in de opbouw van circa 15%.

Ondertussen wordt naar verwachting pensioen nog duurder dan dat dit nu al het geval is. Dit komt door de aanhoudende lage rente op de kapitaalmarkt, de fors stijgende levensverwachting en de stijging van uitvoeringskosten. Bij bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen is de dekkingsgraad op dit moment vaak nog (te) laag. De dekkingsgraad is de verhouding tussen bezittingen en pensioenverplichtingen. Het is terecht dat de politiek en de toezichthouder aansturen op een financieel gezond, toekomstbestendig en waardevast pensioen. Het is duidelijk dat de sociale partners een keuze moeten maken: of de financiering moet aan de toe te kennen pensioenaanspraken worden aangepast, of vice versa.

Zowel de aankomende wetgeving als de kritieke financieringsgraad bij pensioenfondsen zetten de pensioenregelingen zwaar onder druk. Gelukkig zijn er in de pensioenpraktijk een aantal praktische tools. Dit geldt trouwens ook voor collectieve pensioenregelingen die bij een verzekeraar zijn ondergebracht. Hoe dan ook zou het op pensioengebied na al die jaren van opeenvolgende wetswijzigingen zó moeten zijn, dat na 1 januari 2015 wettelijk de rust eindelijk terugkeert.


Bijbetalen bij waardeoverdracht
Maar er is ook goed nieuws! Werknemers die van baan veranderen, hebben wettelijk recht op waardeoverdracht van hun opgebouwde pensioen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Op dit moment lopen werkgevers bij het aannemen van nieuw personeel of bij het afscheid nemen van personeel, helaas nog het risico dat zij bij individuele waardeoverdracht moeten bijbetalen. Maar daar komt vrijwel zeker verandering in.

Bijbetalen in geval van waardeoverdracht kan aan de orde zijn, ook al zijn alle verschuldigde premies tijdig en volledig voldaan. Het risico van bijbetalen bij waardeoverdracht komt omdat de actuariële grondslagen die de overdragende pensioenuitvoerder hanteert, bij de omrekening anders zijn dan de actuariële grondslagen van de overnemende pensioenuitvoerder. Sinds een paar jaar is er een tijdelijke maatregel die de extra pensioenlasten voor het MKB beperkt, maar dat is een ‘doekje voor het bloeden’. Staatssecretaris Klijnsma heeft onlangs bij brief bevestigd dat zij ernaar streeft om per 1 januari 2015 de wetgeving zodanig aan te passen, dat dit risico uit de wereld wordt geholpen. Zie ook de kamerbrief hierover.

Ondertussen is en blijft het in strijd met de wet om het wettelijk recht op waardeoverdracht te verbieden of daar afstand van te doen. In afwachting van nieuwe wetgeving is het advies aan werkgevers en werknemers dit onderwerp in alle openheid aan de orde te stellen, en met name zich de vraag naar de nut en noodzaak van waardeoverdracht stellen. Immers, toen zogenaamde eindloon-regelingen nog hoogtij vierden, was waardeoverdracht dé maatregel tegen pensioenbreuk bij wisseling van baan. Eindloon-regelingen zijn inmiddels merendeels vervangen door zogenaamde middelloon – regelingen of beschikbare premieregelingen. Bij middelloon en beschikbare premie pensioen is waardeoverdracht in de regel en aantoonbaar zeer beperkt nut.


Knelpunten financiën DGA
Voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA-er) met een eigen pensioen is de laatste tijd qua wetgeving veel veranderd. Het meest ingrijpende is de limitering van de dividend – uitkeringen bij pensioen in eigen beheer. Menig DGA-er overweegt inmiddels om de pensioenopbouw te staken. Is dit verstandig?

Van belang is allereerst om per pensioenrisico vast te stellen, dus voor het risico van langleven, arbeidsongeschiktheid en van overlijden, wat bij pensioen in eigen beheer de doelstellingen zijn. Technisch gesproken zijn er naar aard en uitvoerder diverse alternatieven voor pensioen in eigen beheer (banksparen, privé verzekeringen etc.).

DGA- en ZZP-ers zullen zich moeten beraden. De inmiddels afgetreden Staatssecretaris Weekers is eind vorig jaar namelijk nog met een brief gekomen over een eventuele andere inrichting van pensioen in eigen beheer van DGA-ers en de Fiscale Oudedagsreserve (FOR) voor ZZP-ers. Zie het kamerstuk hierover. Eén van de knelpunten die Weekers signaleert is het verschil tussen de fiscale waarde in het economisch verkeer (‘commercieel’) van een pensioenvoorziening. Bij sommige DGA- en ZZP-ers is binnen en/of buiten de onderneming, bewust of onbewust, zowel fiscaal en zeker commercieel sprake van een ‘dekkingstekort’. Kortom: (ook) bij menig DGA- en ZZP-er loopt de financiering van een voorziening achter bij de verplichting. Ook voor de DGA- en ZZP-er wordt het jaar 2014 met betrekking tot zijn / haar pensioen- en andere gelijksoortige voorzieningen waarschijnlijk een jaar van herbezinning.


Mr. Bart Jan van Miltenburg is een gespecialiseerde pensioendeskundige met een juridische, fiscale, bedrijfseconomische en actuariële achtergrond. Hij werkt persoonlijk, is onafhankelijk, bemiddelt niet in verzekeringen en verkoopt geen financiële producten.
Vragen? Neem gerust contact met ons op:
010 – 529 05 66 of info@miltenburg-pensioen.nl.