Graag informeren wij u enkele malen per jaar kort en op praktische wijze over actuele pensioenontwikkelingen in de wet. Veel leesplezier.


Inkomens- en pensioenschade bij ontslag

Onlangs heeft de rechter in eerste en in tweede aanleg (Hof Den Haag 22 maart 2016) onder toepassing de nieuwe Wet Werk en zekerheid (“WWZ”) inkomens- en pensioenschade toegewezen.

Er was sprake van een ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever ten opzichte van zijn werknemer. Dan zou bij einde dienstverband in de ogen van de wetgever de billijke vergoeding een geldstraf voor de werkgever moeten zijn.

Dan zou in de ogen van de wetgever een vergoeding van pensioen- en inkomensschade niet meer aan de orde zijn. De maker van de WWZ is van oordeel dat de transitievergoeding de financiële gevolgen van een einde dienstverband dekt. De hoogte van de transitievergoeding is, zoals bekend, afhankelijk van leeftijd, het salaris en duur van de dienstbetrekking. Echter, de kantonrechter en het hof oordeelden anders dan de wetgever heeft beoogd. Hier was naar het oordeel van de rechter immers sprake van toewijsbare concrete inkomens- en pensioenschade.

In deze zaak bedroeg de schade door het einde van de dienstbetrekking ongeveer € 90.000. Tegen dit bedrag ‘an sich’ heeft de werkgever overigens geen verweer gevoerd. Er was een transitievergoeding toegekend van ca. € 15.000. De rechter wees daarenboven € 50.000 als billijke vergoeding toe, en wel omdat de transitievergoeding van circa € 15.000 schromelijk tekort zou schieten.

Dus in bedragen: € 90.000 -/- € 15.000 resteert € 75.000. Zonder veel uitleg kwam de rechter uit op een billijke vergoeding ad € 50.000. In concreto heeft de rechter € 15.000 plus € 50.000 toegekend, ofwel € 65.000. Dit is ongeveer 3/4 van € 90.000.

Dit betekent dat in sommige ontslagzaken inkomens- pensioenschade toch weer vorderbaar is. Werkgevers moeten beducht zijn voor exorbitant berekende inkomens- en pensioenschade. Goede kans dat verweer daartegen loont. Bijvoorbeeld inzake de wijze van extrapolatie en kapitalisatie van de jaarschade zonder enige actuariële correctie. Van Miltenburg houdt zich ook met dit soort zaken intensief bezig.


Onderzoek werkingssfeer bedrijfstakpensioenfonds zinvol

Bedrijfstakpensioenfondsen zijn naarstig ‘op zoek’ naar bedrijven die volgens deze fondsen verplicht bij hen aangesloten zouden moeten. In het kort: bepalend is of de activiteiten van een bedrijf al dan niet onder werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds vallen.

Bedrijfstakpensioenfondsen ‘struinen’ websites van bedrijven af, openbare registers van onder andere de KvK en informeren de fondsen bij de Belastingdienst, het UWV, etc.

Mocht een bedrijf met zo’n onderzoek worden geconfronteerd, dan rijst de vraag of het juridisch verplicht is mee te werken. Ook rijst de beleidsmatige vraag of een pensioenregeling van een bedrijfstakpensioenfonds soms niet goedkoper is dan de lopende verzekerde regeling, zo leert de ervaring.

Soms doet echter een fonds zijn huiswerk niet goed. Dan is er juridisch geen ‘match’ tussen de activiteiten van het bedrijf en het werkingsgebied van het bedrijfstakpensioenfonds.

Het grote gevaar schuilt er financieel in dat een bedrijfstakpensioenfonds oordeelt dat een bedrijf met terugwerkende kracht had moeten zijn aangesloten. Indien er bij een verzekeraar pensioen is opgebouwd, kan de waarde daarvan veelal aan het bedrijfstakpensioenfonds worden overgedragen.

Herschrijving van bedrijfsactiviteiten in de KvK of afsplitsing in meerdere bedrijven kunnen probaat middel blijken zijn. Negeren van brieven van een fonds en niets doen zijn geen optie: een bedrijfstakpensioenfonds heeft verreikende mogelijkheden tot verhaal van premies.

Bij twijfel is een preventieve toets het beste. Van Miltenburg doet regelmatig ook dit soort zaken en denkt mee over eventuele oplossingen.


Ondernemingsraad krijgt er taken bij

Naar verwachting zal de Ondernemingsraad binnenkort moeten oordelen over elke wijziging van de pensioenovereenkomst of van het pensioenreglement en bij elke wijziging van het type pensioenuitvoerder.

Alleen als pensioen reeds via een CAO is geregeld of is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds, dan heeft een OR geen medezeggenschap. Daartoe is een wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in de maak.

Pikant detail is dat nota bene een groot pensioenadvieskantoor als AON onlangs voor de rechter is gedaagd, en wel omdat AON een wijziging niet aan de Ondernemingsraad van AON had voorgelegd. De rechter heeft AON in het gelijk gesteld. Althans in die zin dat de Ondernemingsraad niet bevoegd is te oordelen over een eventuele pensioenverhuizing naar België.

Was de Wet op de ondernemingsraden al gewijzigd, dan was AON wel verplicht geweest om dit plan aan de Ondernemingsraad voor te leggen. De rechter heeft niet op de wetswijziging geanticipeerd.

In de praktijk is het vaak het beste om als regel de Ondernemingsraad in te schakelen. Dit om binnen het personeel draagvlak te creëren en de juridische rol van de individuele werknemer te minimaliseren. Van Miltenburg begeleidt werkgevers in dit soort trajecten.


Pensioen stress test loont

Het laten doorlichten door een volstrekt onafhankelijk kantoor zoals Van Miltenburg, van de pensioenregeling, inclusief de uitvoering daarvan, kan voor een bedrijf interessante zaken opleveren.

Denk aan zaken zoals:
• Niet-compliant zijn aan Wet- en regelgeving;
• Signalering van risico’s die het bedrijf loopt;
• Onevenwichtige pensioenfinanciering;
• Ontdekking van oorzaken van gebrekkige  deelnemers- en premieadministratie;
• Omvang beleidstools bijsturing pensioenregeling;
• Toepasselijkheid werkingssfeer bedrijfstakpensioenfonds (en);
• Visualisering van bedrijfseconomisch al dan niet acceptabele groei van pensioenlasten.

De relevantie van opgesomde zaken is natuurlijk afhankelijk van het type pensioenregeling en het type pensioenuitvoerder. Het is niet direct nodig alles in volle omvang door te lichten.

In feite vertoont bedoelde scan veel gelijkenis met een pensioen “Due Diligence” onderzoek bij een “M&A” – traject. Het is ook mogelijk eerst via een quick scan een beeld te krijgen waar de schoen kan wringen. Idealiter wordt er niets zorgelijks of fouts ontdekt. Dat is dan ook een geruststellende gedachte.


Ombudsman Pensioenen moet volgens Code Pensioenfondsen

De Ombudsman Pensioenen kan voor een pensioengeschil binnen een onderneming soms een welkom alternatief zijn voor gang naar de civiele rechter.

Deze ombudsman beoordeelt pensioenzaken op een ruimere en tevens meer informele wijze dan een rechter.

Pensioenfondsen zijn wettelijk of anderszins niet verplicht om te luisteren naar de Ombudsman Pensioenen. Pensioenverzekeraars zijn via hun Verbond voor verzekeraars wel verplicht bij deze ombudsman aangesloten. De fondsen die nog niet uit zichzelf bij de ombudsman waren aangesloten, zullen via een wijziging in de Code Pensioenfondsen straks alsnog verplicht zijn aangesloten en gehouden zijn uitspraken van de ombudsman op te volgen. De Code Pensioenfondsen regelt een groot aantal bestuurlijke zaken voor pensioenfondsen. Ook hoe pensioenfondsen met klachten en geschillen moeten omgaan.